De
machinekamers
waren onze
schuilplek
‘De machine-kamers
waren onze schuilplek’
,,Mijn vrouw zegt altijd: denk eens aan leuke dingen. En natuurlijk moet ik dat ook doen. Maar de oorlog laat me nooit meer los. Ik ben er iedere dag mee bezig.”
Jaap Mooi (1937) maakte als kind mee hoe Nijmegen frontstad aan de Waal was. Hij zag soldaten en buurtgenoten sterven.
„Een beeld dat ik nog steeds op mijn netvlies heb, is de dag dat er granaten op het zwembad terechtkwamen. Na die bommen ben ik de hal van het zwembad ingegaan. Ik zag twee Amerikanen met hun hoofd in hun helm liggen, ze waren overleden. Dat beeld zie ik nog steeds. Pas later hoorde ik van een mevrouw dat het 15-jarige meisje achter de kassa, Truus Mast, ook om het leven was gekomen. Uiteindelijk is het me gelukt om het park op die plek haar naam te laten krijgen. Dat is nu het Truus Mastpark.”
Jaap Mooi

« Terug
Vorige
Door »
Volgende
« Terug naar index
Jaap Mooi (1937) maakte als kind mee hoe Nijmegen frontstad aan de Waal was. Hij zag soldaten en buurtgenoten sterven.