Oost-Nederland in de oorlog: veldslagen, onderduikers, verzet en verdriet

Achteraf zijn de keuzes makkelijk te maken. Achteraf had Nederland zogenaamde Duitse toeristen voor de oorlog nooit toegelaten op de uitkijktoren van Ouwehands Dierenpark. Ze waren verkenners die toen al goed zicht hadden op de stellingen van de versterkte Grebbeberg bij Rhenen.


Achteraf was het waanzinnig te denken dat Nederland neutraal kon blijven onder het geweld waartoe Adolf Hitler zijn landgenoten aanspoorde. Achteraf was het misschien niet slim om Anton Mussert vanaf een muur in Lunteren al voor de oorlog het nationaalsocialistische gedachtegoed te laten verspreiden.

Maar de oorlog was waarschijnlijk onvermijdelijk. En feit is dat de oorlog bepaald niet geruisloos voorbijging in de grensstreek met Duitsland.


Op 10 mei 1940 zagen de inwoners in de Achterhoek en de Liemers in alle vroegte al Duitse soldaten oprukken. Bij de Maas, rond Mill en Grave, werd toen al fel gevochten. De brug bij Gennep viel in Duitse handen, de bruggen bij Westervoort en Arnhem werden opgeblazen. Toch marcheerden al om 11.00 uur Duitse soldaten door Arnhem.


Bij de Grebbeberg hielden de Nederlandse troepen het drie dagen vol. Maar toen de Duitsers op 14 mei  Rotterdam bombardeerden (negenhonderd doden!) en dreigden met Utrecht hetzelfde te doen, gaf het Nederlandse leger zich over.

Verhalen over de oorlog gaan vaak over de veldslagen, de soldaten. Maar voor de meeste Nederlanders was de Tweede Wereldoorlog vooral het proberen te overleven. Eten was er tot aan 1944 op veel plekken nog wel. Maar er was weinig werk. Er was weinig geld. Er was steeds de angst dat een zoon, een man, een vader aan het werk gezet zou worden, ergens ver weg in Duitsland.


De Joodse bevolking had het direct zwaar te verduren. Dat was in Oost-Nederland niet anders. Zo vond in november 1942 een grote razzia plaats in Gelderland. Onder meer de 22-jarige Kitty de Wijze werd in Nijmegen opgepakt en, via Westerbork, naar het Oosten gestuurd. Op 15 december van dat jaar stierf ze in Auschwitz.


Maar niet iedereen legde zich neer bij de Duitse orde. In de Achterhoek werden, meer dan waar ook in Nederland, tal van onderduikers ondergebracht.


De Nijmeegse pater Titus Brandsma, verbonden aan De Gelderlander, trok door Nederland om krantenredacties op te roepen niet mee te werken aan de Duitse propaganda. Ook Brandsma werd door de Duitsers gepakt; hij stierf in Dachau.


Spraakmakend waren twee succesvolle bevrijdingsacties van het verzet in Arnhem in het voorjaar van 1944, op het Huis van Bewaring en op de Koepelgevangenis, en een aanslag (in maart 1945) op de Duitse officier Hanns Rauter bij de Woeste Hoeve op de Veluwe. Hoewel van die laatste actie vooral de wrange nasmaak van de Duitse represailles blijft hangen. Meer dan honderd Nederlandse gevangenen worden uit wraak gefusilleerd.


De grote verwoesting van de regio vond plaats in 1944. Eerst was er het verschrikkelijke bombardement van geallieerden op Nijmegen in februari. Achthonderd mensen kwamen om door bommen uit Amerikaanse vliegtuigen. Ook Arnhem, Deventer en Enschede werden die dag geraakt.

Op 17 september 1944 begon operatie Market Garden. De operatie mislukte, de schade was enorm. Duizenden mensen waren dakloos geworden, nog eens tienduizenden inwoners van de regio moesten verplicht vertrekken uit het frontgebied. Door heel Nederland werden ze opgevangen, vaak bij mensen thuis. Soms wel acht of tien extra monden om te voeden.

Op 5 mei 1945 eindigde de oorlog. In Hotel de Wereld in Wageningen vonden de laatste gesprekken plaats tussen de bezettingsmacht en de geallieerden.


De oorlog is nu, tachtig jaar na dato, nog steeds niet ver weg. Musea in Groesbeek, Oosterbeek, Aalten en Overloon houden het verhaal levend. Ook in de buitenlucht gedenken honderden monumenten, groot en klein, aan de oorlog.

Denk aan Hotel de Wereld en aan de Ginkelse Heide (in Ede), waar nog jaarlijks parachutisten landen. Er is de bunker Diogenes bij vliegveld Deelen, de Muur van Mussert in Lunteren, de bruggen in Arnhem en Nijmegen en er zijn de bunkers bij Grave.

Het zijn stille getuigen die blijven spreken als ook de laatste stemmen uit de oorlog hun verhaal niet meer kunnen vertellen. En die boodschap is helder: dit nooit weer.

« Terug 

Vorige verhaal

Door »

Volgende verhaal